Dit doen kwekers aan biodiversiteit: 2 inspirerende praktijkvoorbeelden
20 november 2023
Royal FloraHolland draagt graag bij aan het herstel van biodiversiteit, op zowel onze eigen marktplaats als in de gehele sierteeltsector. Sinds 2020 zijn we partner van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en in ons Groenplan is volop aandacht voor biodiversiteit en hoe wij die op onze terreinen stimuleren. Daarnaast zijn we onderdeel van Greenport West Holland, een initiatief waarin we samen met ondernemers, overheden en kennisinstellingen werken aan een duurzame toekomst voor de tuinbouw.
Dit doen kwekers aan biodiversiteit: 2 inspirerende praktijkvoorbeelden
In een gezonde, evenwichtige omgeving met een rijke biodiversiteit krijgen ziektes en plagen minder kans en zijn er minder of geen chemische gewasbeschermingsmiddelen nodig. In de praktijk blijkt het echter nog niet zo eenvoudig om dat evenwicht te bereiken. Hoe doen collega-kwekers dit?
Hieronder lees je een tweetal inspirerende verhalen van kwekers uit de praktijk over wat zij doen aan een gezond bodemleven en het verhogen van biodiversiteit. Misschien helpen deze jou om ook ermee aan de slag te gaan!
Wilco Hofman (Landscheiding Santini): ‘Het is een andere manier van denken’
LS Santini kweekt jaarrond santini-chrysanten. Zo’n acht jaar geleden kampte het bedrijf met een aantal ziektes waar het slecht vanaf kwam, vertelt eigenaar Wilco Hofman. “We werkten 100% chemisch, maar dat was ik zat. Ik wilde niet meer om 21.00 uur ’s avonds nog met een gasmaker zwetend door de tuin lopen. We gingen daarom op zoek naar manieren om weerbaar te telen, met biologische bestrijders.”
“De kern van weerbaar telen is het bodemleven: alle insecten, bacteriën en schimmels die in de grond leven. Als reguliere tuinders verstoren we, al dan niet bewust, dit bodemleven. We stomen, we frezen, we gebruiken bodemfungiciden en kunstmest. Dat zijn al vier dingen waar schimmels slecht tegen kunnen. Je moet die eigenlijk zoveel mogelijk met rust laten en dat doen wij nu ook. Zo kunnen schimmels groeien en onderdrukken ze pathogenen (schadelijke schimmels). Dat gaat over het algemeen redelijk goed bij ons.”
Een goed bodemleven krijg je niet zomaar, erkent Wilco. “Je bodemleven moet een goed ‘huis’ hebben. Dat huis moet je bouwen. Je moet zorgen voor een goede water/luchthuishouding in de grond. Dat is de basis. Daarnaast is er organische stof nodig waar het bodemleven zich op kan vestigen, en zijn er mineralen nodig. Je moet het leven stimuleren wat je wél wilt hebben, in plaats van bestrijden wat je niet wilt hebben. Het is een andere manier van denken.”
Pieter Stolk (Stolk Brothers, foto): ‘Van weerbaar telen in de kas tot een insectenhotel erbuiten’
Stolk Brothers kweekt anthuriums en is al in de jaren negentig begonnen met de inzet van biologische bestrijders, vertelt Pieter. “Mijn vader werd erg ziek; hij kreeg ernstige eczeem aan zijn handen. De dokter zei dat dat kwam door de gewasbeschermingsmiddelen die we destijds gebruikten in de kas. Toen zijn mijn vader en oom op zoek gegaan naar biologische bestrijders. Dat doen we dus al meer dan 30 jaar.”
Het is niet bij biologische bestrijders gebleven. “We zijn ook begonnen met biostimulanten (bodemversterkers), die activeren schimmels en bacteriën in de grond. Een goed samenspel daartussen zorgt ervoor dat de plant sterker wordt en dus weerbaarder is tegen ziekten en plagen.”
Weerbaar telen heeft met nog veel meer factoren te maken, zegt Pieter. “Bijvoorbeeld het klimaat in de kas. Staan de planten niet te droog, is je watergift op orde? Daarnaast kun je kijken naar de voeding. Wij letten hier goed op dat we niet te veel stikstof geven, want dat trekt weer luizen aan. Dat monitoren we nauwkeurig. En geven we genoeg calcium? Is de plant weerbaar genoeg tegen trips en luis?”
Het bedrijf steekt veel tijd in het scouten van ziekten en plagen. “Als we wat zien, kunnen we lokaal ingrijpen. Vroeger werden we zenuwachtig als we vijf tripsen zagen op een vangplaat, maar al zien we er nu 15 of 20, dan zien we nog steeds geen schade aan het gewas. De plant kan er dus veel beter tegen. Ik zie dat onze planten krachtiger en vitaler zijn, en dat krijgen we ook terug van onze klanten.”
Stolk Brothers is niet alleen binnen de kas bezig met biodiversiteit, maar ook daarbuiten. “Wat buiten gebeurt is namelijk ook van invloed op binnen. Samen met Wageningen University & Research hebben een veld aangelegd met inheemse bloemen en planten. Ook hebben we een insectenhotel geplaatst. Dat project wordt vijf jaar lang gemonitord: wat gebeurt er met de biodiversiteit? Zien we meer natuurlijke bestrijders? Zien we een afname van plagen? Als ik nu al in de kas zie dat een galmug een luis pakt, of als ik swirski’s (roofmijten) - de natuurlijke vijand van tripsen – over het blad zie lopen, dan word ik daar wel blij van.”
Lees meer
Van bestrijden naar voorkomen: het belang van biodiversiteit
Dit doen kwekers aan biodiversiteit: 2 inspirerende praktijkvoorbeelden
In een gezonde, evenwichtige omgeving met een rijke biodiversiteit krijgen ziektes en plagen minder kans en zijn er minder of geen chemische gewasbeschermingsmiddelen nodig. In de praktijk blijkt het echter nog niet zo eenvoudig om dat evenwicht te bereiken. Hoe doen collega-kwekers dit?
Hieronder lees je een tweetal inspirerende verhalen van kwekers uit de praktijk over wat zij doen aan een gezond bodemleven en het verhogen van biodiversiteit. Misschien helpen deze jou om ook ermee aan de slag te gaan!
Wilco Hofman (Landscheiding Santini): ‘Het is een andere manier van denken’
LS Santini kweekt jaarrond santini-chrysanten. Zo’n acht jaar geleden kampte het bedrijf met een aantal ziektes waar het slecht vanaf kwam, vertelt eigenaar Wilco Hofman. “We werkten 100% chemisch, maar dat was ik zat. Ik wilde niet meer om 21.00 uur ’s avonds nog met een gasmaker zwetend door de tuin lopen. We gingen daarom op zoek naar manieren om weerbaar te telen, met biologische bestrijders.”
“De kern van weerbaar telen is het bodemleven: alle insecten, bacteriën en schimmels die in de grond leven. Als reguliere tuinders verstoren we, al dan niet bewust, dit bodemleven. We stomen, we frezen, we gebruiken bodemfungiciden en kunstmest. Dat zijn al vier dingen waar schimmels slecht tegen kunnen. Je moet die eigenlijk zoveel mogelijk met rust laten en dat doen wij nu ook. Zo kunnen schimmels groeien en onderdrukken ze pathogenen (schadelijke schimmels). Dat gaat over het algemeen redelijk goed bij ons.”
Een goed bodemleven krijg je niet zomaar, erkent Wilco. “Je bodemleven moet een goed ‘huis’ hebben. Dat huis moet je bouwen. Je moet zorgen voor een goede water/luchthuishouding in de grond. Dat is de basis. Daarnaast is er organische stof nodig waar het bodemleven zich op kan vestigen, en zijn er mineralen nodig. Je moet het leven stimuleren wat je wél wilt hebben, in plaats van bestrijden wat je niet wilt hebben. Het is een andere manier van denken.”
Pieter Stolk (Stolk Brothers, foto): ‘Van weerbaar telen in de kas tot een insectenhotel erbuiten’
Stolk Brothers kweekt anthuriums en is al in de jaren negentig begonnen met de inzet van biologische bestrijders, vertelt Pieter. “Mijn vader werd erg ziek; hij kreeg ernstige eczeem aan zijn handen. De dokter zei dat dat kwam door de gewasbeschermingsmiddelen die we destijds gebruikten in de kas. Toen zijn mijn vader en oom op zoek gegaan naar biologische bestrijders. Dat doen we dus al meer dan 30 jaar.”
Het is niet bij biologische bestrijders gebleven. “We zijn ook begonnen met biostimulanten (bodemversterkers), die activeren schimmels en bacteriën in de grond. Een goed samenspel daartussen zorgt ervoor dat de plant sterker wordt en dus weerbaarder is tegen ziekten en plagen.”
Weerbaar telen heeft met nog veel meer factoren te maken, zegt Pieter. “Bijvoorbeeld het klimaat in de kas. Staan de planten niet te droog, is je watergift op orde? Daarnaast kun je kijken naar de voeding. Wij letten hier goed op dat we niet te veel stikstof geven, want dat trekt weer luizen aan. Dat monitoren we nauwkeurig. En geven we genoeg calcium? Is de plant weerbaar genoeg tegen trips en luis?”
Het bedrijf steekt veel tijd in het scouten van ziekten en plagen. “Als we wat zien, kunnen we lokaal ingrijpen. Vroeger werden we zenuwachtig als we vijf tripsen zagen op een vangplaat, maar al zien we er nu 15 of 20, dan zien we nog steeds geen schade aan het gewas. De plant kan er dus veel beter tegen. Ik zie dat onze planten krachtiger en vitaler zijn, en dat krijgen we ook terug van onze klanten.”
Stolk Brothers is niet alleen binnen de kas bezig met biodiversiteit, maar ook daarbuiten. “Wat buiten gebeurt is namelijk ook van invloed op binnen. Samen met Wageningen University & Research hebben een veld aangelegd met inheemse bloemen en planten. Ook hebben we een insectenhotel geplaatst. Dat project wordt vijf jaar lang gemonitord: wat gebeurt er met de biodiversiteit? Zien we meer natuurlijke bestrijders? Zien we een afname van plagen? Als ik nu al in de kas zie dat een galmug een luis pakt, of als ik swirski’s (roofmijten) - de natuurlijke vijand van tripsen – over het blad zie lopen, dan word ik daar wel blij van.”
Lees meer
Van bestrijden naar voorkomen: het belang van biodiversiteit
-
Vind je dit interessant?
Deel dit artikel dan met jouw omgeving
-
Gerelateerde artikelen
-
Download de Royal FloraHolland News app
Bekijk onze appsJouw bron voor het laatste nieuws! Geen belangrijk nieuws meer missen en meteen profiteren van de vele voordelen die onze App biedt? Download de Royal FloraHolland News App vandaag nog.
